Heb je de klachten en vermoed je te maken te hebben met het carpaal tunnel syndroom? Een bezoek aan de huisarts is dan absoluut aan te raden voor een behandeling. De huisarts zal in eerste instantie rust voorschrijven eventueel in combinatie met een brace. Gaan de klachten na rust niet over? Dan zal je waarschijnlijk doorgestuurd worden naar het ziekenhuis. De arts zal daar een diagnose willen stellen, maar aan de hand van de klachten zal die waarschijnlijk al vermoeden dat het gaat om het carpaal tunnel syndroom. De eerste onderzoeken worden vaak gedaan om uitsluitsel te kunnen geven. Een bloedonderzoek kan andere aandoeningen uitwijzen. Blijkt er niets uit het bloed? Dan kan de arts een EMG laten doen. Een EMG is een elektromyografie en is een spierzenuwonderzoek. Dit zal aantonen of er sprake is van het carpaal tunnel syndroom.
Zodra je van de arts de diagnose carpaal tunnel syndroom hebt gekregen zijn er verschillende behandelingen mogelijk. Belangrijk is dat je direct stopt met de handelingen die de klachten hebben veroorzaakt. Is het langdurig computergebruik? Kassawerkzaamheden? Werkzaamheden in de bouw of de tuin? Rust is erg belangrijk en de huisarts zal dan ook aandringen op rust. Hierbij kan het noodzakelijk zijn om een tijd in de ziektewet te gaan. Doe je dit niet? Dan zullen de klachten alleen maar toenemen en de kans is aanwezig dat je nooit meer van jouw klachten af zult komen. Zorg goed voor jezelf en wees verstandig. Praat met je werkgever en maak duidelijk dat je zonder rust wellicht nooit meer zult kunnen werken.
Om optimale rust te nemen voor de desbetreffende pols kan een spalk of brace een oplossing zijn voor de behandeling van het carpaal tunnel syndroom. Deze plaats je om de pols en zorgt direct voor de juiste houding en rust die je nodig hebt. Zwangere vrouwen met het carpaal tunnel syndroom krijgen vaak een spalk of brace als de klachten tijdens de zwangerschap boven komen drijven. Het goede nieuws is vaak dat de klachten na de geboorte snel weer verdwijnen. Is de oorzaak van de klachten een medisch probleem als suikerziekte, schildklierproblemen of reuma? Dan is het belangrijk dat de desbetreffende aandoening wordt behandeld. De klachten van het carpaal tunnel syndroom staan hier direct mee in verbinding. Bij de behandeling van een medische oorzaak zullen deze klachten dan ook afnemen als de oorzaak wordt behandeld.
Een spalk of een brace geeft de hand rust bij het carpaal tunnel syndroom.
Behandeling carpaal tunnel syndroom met een injectie
Is de behandeling met rust in combinatie met een spalk of brace niet voldoende gebleken? Dan zal de arts na verloop van tijd kiezen voor een andere carpaal tunnel syndroom behandeling. Een optie is een injectie met hormonen (Cortisone). Cortisone is een bijnierschorshormoon en heeft een ontstekingsremmende werking. De injectie zal direct in de carpale tunnel worden gespoten. Veel patiënten die deze behandeling hebben gehad spreken over een pijnlijke prik, maar het zorgt er wel voor dat de klachten snel verminderen. Veel patiënten zijn daarna volledig pijnvrij, doordat de ontstekingsremmende werking de zwelling en de druk van de pezen in de carpale tunnel laat afnemen. Bij andere mensen komen de klachten weer terug. Dit maakt de injectie behandeling voor het carpaal tunnel syndroom niet voor iedereen even geschikt.
Behandeling carpaal tunnel syndroom met een operatie
Verdwijnen de klachten niet met rust of een injectie met bijnierschorshormoon? Dan is de laatste mogelijkheid tot een behandeling een operatie. Bij deze relatief kleine operatie krijg je een plaatselijke verdoving. Er wordt een kleine incisie gemaakt aan de handpalmzijde bij de pols. Meestal wordt hierbij de dwarse polsband (ligament) door gesneden. Zo krijgt de carpale tunnel en de zenuw direct meer ruimte. De operatie duurt slechts 15 tot 30 minuten en de klachten zijn na de operatie vrijwel direct verdwenen. Wel moet je rekening houden met een revalidatietijd. De eerste week zul je verband of gips moeten dragen, ook een spalk of brace is een optie. Dit moet om de pols voldoende rust te geven na de operatie. Revalideren is mogelijk met behulp van een kinesist of fysiotherapeut. Na 14 dagen mogen de hechtingen eruit. Het litteken na de operatie kan nog enige tijd gevoelig zijn, maar zal na verloop van tijd langzaam vervangen. De meeste patiënten zijn direct klachtvrij na de operatie als behandeling van het carpaal tunnel syndroom.